Kinderinfectieziekten & immunologie

Terug

 

Hiv/ Aids

 

Wat betekent hiv?

Hiv is de afkorting van humaan immuundeficiëntie virus. Humaan betekent: menselijk. Immuundeficiëntie betekent: een minder goede afweer. Hiv is dus een virus dat de afweer bij mensen verzwakt. Je wordt dan sneller ziek (bijvoorbeeld hele erge diarree) en je kunt infecties krijgen, die je normaal gesproken niet zou krijgen (bijvoorbeeld longontsteking van een ziekteverwekker waar je normaalgesproken niet ziek van zou worden).

Hiv is een gemeen virus omdat het zich in je lichaam kan verstoppen. Normaalgesproken, als je een virusinfectie krijgt, ruimt je lichaam dit snel op. Bijvoorbeeld bij een griep: je wordt dan een paar dagen ziek met koorts en dan wordt je weer beter. Je lichaam heeft het griepvirus dan "overwonnen". Bij een infectie met hiv gaat het anders: het virus kan zich verstoppen in CD4 positieve cellen en wordt dan niet opgeruimd. Huh...CD4 positieve cellen? Ja...dit zijn cellen in je lichaam  die een heel belangrijke rol hebben bij de afweer. Hiv vindt deze cellen heel fijn om in te wonen en zich in te verstoppen.

 

Wat betekent aids dan, is dat wat anders?

Ja, dat is wat anders. Als je hiv hebt, betekent dat niet dat je ook aids hebt. De afkorting AIDS staat voor Acquired (verworven ofwel gekregen, dus niet aangeboren) ImmunoDeficiency (afweerstoornis) Syndrome (syndroom ofwel ziekte). In het Nederlands dus: verworven afweerstoornis syndroom. Je hebt aids wanneer door de hiv-infectie het afweersysteem niet meer goed werkt; daardoor ben je erg vatbaar geworden voor infecties en ben je ook ziek geworden.

 

Welke kinderen krijgen hiv?

Kinderen die hiv krijgen, hebben dit meestal vanaf hun geboorte. De moeder heeft dan ook hiv. Zij kan dit op haar baby overdragen tijdens de zwangerschap, tijdens de bevalling of via de borstvoeding. Vanaf 2004 wordt bij alle zwangere vrouwen in Nederland gekeken of ze hiv hebben. Als je dat op tijd weet kun je de vrouw, als ze nog zwanger is, gaan behandelen met tabletten. Op die manier probeer je te voorkomen dat de baby ook de hiv krijgt.

Bij volwassenen wordt hiv overgedragen door seksueel contact of door bloed-bloed contact, bijvoorbeeld wanneer mensen die drugs spuiten dezelfde naald gebruiken. Dit is bij kinderen meestal niet de reden dat ze hiv krijgen. Je kunt hiv niet krijgen door zoenen, knuffelen, uit iemand anders zijn glas drinken, hoesten of niesen, of van zweet en tranen.

 

Hoe vaak komt hiv voor en bij wie?

In 2014 hadden ongeveer 19.000 mensen in Nederland hiv. Van die 19.000 waren er 192 kinderen en jongeren onder de 18 jaar.

 

Waar heb je last van als je hiv hebt?

Als je een hiv infectie hebt verandert er vanalles in je lichaam. Je afweer probeert het virus op te ruimen en dat lukt in het begin vrij aardig. Het probleem is alleen, dat het virus erg gemeen is, zoals we eerder al zeiden, en zich verstopt in de CD4 positieve cellen. En eigenlijk nog gemener: Het virus maakt deze CD4 positieve cellen ook dood. Het virus gebruikt de cellen om zelf te kunnen leven én om zich te vermenigvuldigen. De CD4 positieve cellen gaan daarna dood en je afweer wordt zwakker. Intussen krijg je wel steeds meer hiv in je bloed en je lichaam.

Bij sommige kinderen met hiv gaan heel snel, heel veel CD4 positieve cellen dood: de kinderen worden dan ziek met allerlei infecties. Bij andere kinderen duurt het veel langer, soms wel meer dan 10 jaar, voordat veel CD4 positieve cellen dood zijn. Toch is het virus uiteindelijk sterker dan je afweer. Dus omdat je CD4 positieve cellen doodgaan verzwakt je afweer en kan het virus lekker zijn gang gaan. Maar niet alleen het virus kan zijn gang gaan. Als er veel CD4 positieve cellen dood zijn kunnen ook andere ziekteverwekkers (bacteriën, virussen en schimmels) je ziek maken. Uiteindelijk ook ziekteverwekkers waar je normaalgesproken niet ziek van wordt: je hebt dan een opportunistische infectie.

 

Kinderen met hiv kunnen allerlei klachten krijgen, maar niet elk kind krijgt dezelfde klachten. Hier volgt een lijstje van dingen waar je last van kunt hebben als je hiv hebt:

·         (extreem) gevoel van moeheid

·         gewichtsverlies (dunner worden)

·         alsmaar koorts (hoger dan 38 graden)

·         hevig nachtzweten, zo erg dat je bed helemaal nat is van het zweet

·         alsmaar diarree

·         opgezette lymfeklieren in je hals, oksels en liezen

·         witte uitslag in je mond, keel of  andere plekken

·         huidproblemen: droge, schilferende huid, eczeem

·         ernstige tandvleesontstekingen

 

Hoe weet een dokter of je hiv hebt?

Als een dokter met een bloedprik bloed bij je afneemt kan in het laboratorium onderzocht worden of je hiv hebt. In het laboratorium kijken ze dan naar de afweerstoffen die je lichaam heeft gemaakt tegen het virus. Verder kunnen ze in het laboratorium ook het aantal virus deeltjes tellen, dit heet met een Engels woord de “viral load”. Kinderen die hiv hebben en nog geen medicijnen innemen kunnen soms wel meer dan een miljard, dat is een 1 met 9 nullen: 1.000.000.000! virusdeeltjes per liter bloed hebben!

Een ander ding wat belangrijk is, is het aantal CD4 positieve cellen: die kunnen ze in het laboratorium ook tellen. Bij een hiv-infectie die nog niet behandeld wordt heb je veel te weinig CD4-cellen.

 

Hoe worden kinderen met het hiv behandeld?

Alle kinderen met hiv in Nederland worden behandeld. Gelukkig maar, anders zou hun afweer achteruit gaan en zouden ze ziek worden! De behandeling van hiv heet cART: combinatie Anti Retrovirale Therapie. Dit betekent dat je een combinatie van medicijnen in moet nemen, meestal 3 verschillende soorten. Dit kan in drankvorm of in tabletvorm. Die medicijnen maken het virus dood. Helaas lukt het niet om het virus helemaal uit je lichaam te krijgen. Zolang je heel goed je medicijnen inneemt lijkt het virus weg. In het bloed kunnen we op dat moment geen virus vinden, maar we weten dat ergens in het lichaam toch nog wat virus verstopt zit in de CD4 positieve cellen. Zodra je zou stoppen met de medicijnen, gaan ze binnen korte tijd weer heel snel vermenigvuldigen, dat kan wel tot miljarden per dag zijn!

Maar waarom 3 verschillende medicijnen, is 1 dan niet genoeg? Goede vraag! We hadden je al verteld dat hiv een gemeen virus is. Een van de gemene dingen is dat het virus snel resistent kan worden voor medicijnen. Resi-wattes? Resistent. Dat betekent dat het virus toch kan overleven ook al gebruik je medicijnen. Als je nu 3 verschillende medicijnen neemt, dan kan het virus hier niet meer tegen op en gaat het tóch dood. De medicijnen zijn dan sterker dan het virus. Vanwege die resistentie is het heel belangrijk dat je goed je medicijnen inneemt, dat noemen we therapietrouw.

Met goede therapietrouw bedoelen we:

-    alle voorgeschreven pillen steeds innemen

-    de pillen volgens de voedselregels (sommige zonder eten, andere juist met eten) innemen

-    de pillen stipt op tijd innemen

 

Gelukkig hoef je dat niet allemaal alleen te doen. Je ouders en de mensen in het ziekenhuis die je behandelen, kennen intussen een heleboel trucs om je hierbij te helpen.

 

Hoe gaat dat nu verder, als je hiv hebt?

Omdat het virus zo gemeen is en zich kan verstoppen, kunnen we hiv niet genezen. Het is dus een chronische ziekte waarvoor je levenslang medicijnen moet innemen. Kinderen met hiv kunnen wél gewoon naar school, aan sport doen of een hobby uitoefenen. Er zijn geen redenen om andere dingen te moeten doen of te laten dan kinderen zonder hiv. Je ziet aan de buitenkant geen verschil. Mannen en vrouwen met hiv volgen gewoon een opleiding, hebben een baan en kunnen kinderen krijgen die geen hiv hebben.

Kinderen die hiv hebben en medicijnen slikken kunnen soms wel last hebben van de bijwerkingen van de medicijnen, bijvoorbeeld steeds misselijk of buikpijn na het innemen van de medicijnen. Ook kan je last hebben van concentratieproblemen of hoofdpijn. Soms moeten kinderen andere medicijnen gaan nemen, omdat het virus resistent geworden is. Gelukkig zijn er intussen meerdere soorten medicijnen die goed werken. Mensen met hiv kunnen als ze ouder worden eerder last krijgen van klachten die we vooral bij oudere mensen zien: hoge bloeddruk, suikerziekte, hoog cholesterol en bepaalde vormen van kanker.

 

Hoe zit het met de broers, zussen of vrienden, kunnen zij het virus ook krijgen?

Nee, als je hiv hebt kun je niet zomaar andere familieleden besmetten. Het virus kan alleen overgedragen worden bij seks en bij bloed op bloed contact.

Het kan niet overgedragen worden met knuffelen, zoenen, kuchen, de wc-bril, drinken uit dezelfde beker of zelfs een kapotte knie of een bloedneus.

Als je seksueel contact hebt, loop je de kans om hiv of een andere seksueel overdraagbare aandoening (SOA) over te dragen of op te lopen. Om hiv niet over te dragen en om geen andere SOA op te krijgen of over te dragen is het belangrijk om veilige seks te hebben. Dit kan door het gebruik van condooms. Een interessante site hierover is: www.sense.info

 

Kijk ook eens op de cyberpoli: www.cyberpoli.nl/hiv/

 

Terug