Kinderinfectieziekten & immunologie

Terug

 

Chronische granulomateuze ziekte

 

Wat is CGD

CGD is de afkorting van ‘Chronic Granulomatous Disease’, in het Nederlands: chronische granulomateuze ziekte. CGD is een afweerstoornis waarbij de witte bloedcellen niet goed functioneren.

 

De witte bloedcellen kan je het best vergelijken met een groot leger van soldaten die in ons lichaam rondlopen om indringers buiten te houden. Sommige daarvan zijn echte ‘pacmans’, de zogenaamde fagocyten. Wanneer deze witte bloedcellen (de ‘pacmans’), de bacteriën en schimmels (de vreemde indringers) in de bloedbaan of in de longen tegenkomen dan zullen ze hen omsingelen en opeten. Vervolgens gaan ze hen aanvallen met chemische stofjes zoals waterstofperoxide en superoxide, stofjes welke verwant zijn aan het bleekwater, een schoonmaakmiddel waarmee onze grootmoeders poetsten. Met behulp van deze chemische stofjes, welke in mini-bleekwater-fabriekjes gemaakt worden, worden de schimmels en bacteriën gedood. Echter, bij CGD kunnen de witte bloedcellen wel de indringers omsingelen en opeten, maar hun mini-bleekwater-fabriekjes zijn kapot. Hierdoor kunnen ze de chemische stofjes niet aanmaken om de indringers te doden.

 

In gezonde personen, wanneer een indringer gedood moet worden, dan wordt een systeem van 5 eiwitten aangezet welke samen de bleekwater-fabrieken vormen. Dokters noemen deze fabrieken ook wel het NADPH-oxidase. Maar in CGD patiënten ontbreekt er één van deze eiwitten of functioneert het niet goed waardoor de bleekwater-fabrieken (het NADPH-oxidase complex), de chemische stofjes niet kunnen maken.

 

Bovendien hebben deze bleekwaterstofjes ook nog een rol als orkest-meesters in het ontstekingsproces. Door het ontbreken van deze orkest-meesters hebben kinderen met CGD last om de ontstekingsprocessen te stoppen. Hierdoor ontstaan chronische vormen van ontstekingen welke resulteren in het ontstaan van granulomen of bijvoorbeeld chronische ontstekingen van de darmen.

 

Wat is de oorzaak van CGD

Kinderen met CGD hebben een foutje op een specifiek stukje van het DNA, het erfelijk materiaal, of anders gezegd een foutje in de genen. Dit heeft tot gevolg dat bepaalde witte bloedcellen (de neutrofielen) niet goed kunnen functioneren. Het resultaat hiervan is een ernstige afweerstoornis gekenmerkt door een onvermogen van de neutrofielen om bacteriën en schimmels te doden, waardoor levensbedreigende infecties kunnen ontstaan.

 

Hoe vaak komt CGD voor en bij wie?

Het is een genetische ziekte, een overerfbare aandoening (meegekregen van je ouders) welke in Europa ongeveer voorkomt bij 1 op de 250.000 mensen.

 

Wat zijn de klachten van CGD?

CGD presenteert zich op de kinderleeftijd door het ontstaan van infecties met bacteriën of schimmels. Deze infecties zijn vaak ernstig, zoals abcessen in de lever, vergrote geïnfecteerde lymfeklieren, of als ernstige long- of botontstekingen. De bacteriën die met name de infecties veroorzaken bij kinderen met CGD zijn de Staphylococcus aureus en de Burkholderia cepacia. De  belangrijkste schimmels die infecties in kinderen met CGD veroorzaken zijn de verschillende Aspergillus soorten.

 

Hoe wordt de diagnose CGD gesteld?

Om de diagnose te stellen, zal de arts een bloedonderzoek aanvragen. Deze test toont of de witte bloedcellencellen de chemische stofjes (waterstofperoxide en superoxide) al dan niet kunnen aanmaken. Er zijn twee verschillende methodes die worden gebruikt: de (nitroblue tetrazolium) NBT test of de (di-hydro-rhodamine) DHR test. Zodra CGD wordt gediagnosticeerd kunnen ook andere onderzoeken, zoals speciale röntgenonderzoeken, noodzakelijk zijn. Dit is afhankelijk van de klachten van het kind. Kinderen met CGD zullen regelmatig bloedonderzoeken moeten ondergaan zodat eventuele problemen vroeg kunnen worden opgespoord en behandeld.

 

Hoe worden kinderen met CGD behandeld?

Het is niet mogelijk om spontaan te genezen van CGD.

Het belangrijkste is het voorkomen van de infecties. Hiervoor zal gekozen worden om preventief onderhoudsantibiotica (profylaxe) te geven, dus elke dag een lage dosis antibiotica. Tegelijkertijd moet bij tekenen van infectie, dus bij koorts of ziek zijn, op tijd een arts ingeschakeld worden om een juiste behandeling te starten.

Een relatieve nieuwe behandelingsoptie die met toenemend succes wordt toegepast is een beenmergtransplantatie van gerelateerde (familiale) donoren. Als er geen familiale donor is, kan ook gekozen worden voor een niet gerelateerde, maar wel identieke donor (uit de beenmergdonor-bank). Echter voor sommige kinderen is een beenmergtransplantatie niet mogelijk. Huidig zijn onderzoeken lopende naar het genezen van de ziekte CGD met gentherapie. Hierbij tracht men het gestoorde eiwit van het NADPH-oxidase complex te herstellen door een goed stukje DNA in de cellen te brengen. Echter, hier is nog veel onderzoek in het laboratorium voor nodig voordat dit aan kinderen als behandeling aangeboden kan worden.

 

Wat betekent het hebben van CGD voor de toekomst?

Kinderen met CGD hebben een sterk verhoogd risico voor ernstige bacteriële en schimmelinfecties, die zelfs levensbedreigend kunnen zijn. Door profylaxe met antibiotica gericht tegen bacteriën en schimmels, kan dit risico behoorlijk kleiner gemaakt worden, maar is niet nul.

 

Hebben andere familieleden een vergrote kans om CGD te krijgen?

De meeste kinderen met CGD zijn jongens. Dit komt omdat de meeste voorkomende oorzaak van CGD een foutje in een gen is, dat ligt op het X-chromosoom. In dit geval is de moeder draagster van de ziekte CGD, dat wil zeggen dat de moeder één gezond X-chromosoom heeft en één X-chromosoom met een foutje in het CGD-gen. Omdat jongens van hun vader het Y-chromosoom erven (vaders hebben één Y-chromosoom en één X-chromosoom), kan de ziekte CGD ontstaan in jongens geboren uit moeders die draagster zijn. Deze kans is 50%. Als je draagster bent als vrouw, ben je zelf niet ziek. De moeder kan het ook aan haar dochters geven, deze zijn dan in 50% van de gevallen ook drager. CGD kan ook autosomaal recessief overgeërfd worden, dat wil zeggen dat de ziekte op de kinderen worden overgebracht als ze van beide ouders een afwijkend gen erven. De kans is dan 25% voor ieder kind dat geboren wordt.

 

De geneeskunde studenten hebben in het lesblok immunologie samen met hun docent dr. Stefanie Henriet onderstaande infographic gemaakt. In deze infographic hebben zij een vraag van een patiënt met CGD beantwoord.

 

Terug

Terug