Kinderinfectieziekten & immunologie

Terug

 

Neutropenie

 

Wat is neutropenie?

Neutropenie betekent letterlijk: een tekort aan neutrofielen.

Neutrofielen zijn een bepaald soort witte bloedcellen die onderdeel zijn van het  aangeboren immuunsysteem. Neutrofielen zijn belangrijk bij het opruimen van micro-organismen (zoals bacteriën en gisten of schimmels) die het lichaam binnen zijn gedrongen. Zij eten als het ware deze micro-organismen op. Neutrofielen worden gevormd uit de stamcellen die aangemaakt zijn in het beenmerg en gaan, als ze uitgerijpt zijn, de bloedbaan in. Als ze een seintje krijgen -met bepaalde immuunstoffen of boodschapperstofjes- dat ergens in het lichaam een infectie is, gaan ze naar deze infectie toe om met het “opruimwerk” te beginnen.

Normaal is het aantal neutrofielen meer dan 1.500 neutrofielen per microliter in je bloed. Als er tussen de 1.000 en 1.500 neutrofielen per microliter zijn spreken we van milde neutropenie, tussen de 500 en 1.000 neutrofielen per microliter van een matige neutropenie en zijn er minder dan 500 neutrofielen per microliter dan heb je een ernstige neutropenie. Door een tekort aan deze neutrofielen kunnen micro-organismen moeilijker opgeruimd worden. Dit leidt tot een verhoogd risico op infecties: je bent dus veel vatbaarder.

 

Wat is de oorzaak van neutropenie?

Er is een lange lijst van oorzaken te noemen voor neutropenie. Het voert te ver om hier al deze oorzaken uitgebreid te bespreken. In grote groepen ingedeeld denken we aan: oorzaken buiten het beenmerg en stoornissen van het beenmerg zelf (waar de neutrofielen gemaakt worden).

 

Bekende oorzaken buiten het beenmerg zijn:

Bepaalde infecties, bijwerking van medicijnen (bijvoorbeeld door chemotherapie), vergrote milt waar de neutrofielen zich dan kunnen “verstoppen” en immuun neutropenie (dit wordt verderop uitgelegd).

 

Stoornissen van het beenmerg zelf kun je verdelen in 2 groepen:

Verworven stoornissen (dus die later ontstaan) van het beenmerg, bijvoorbeeld vitamine B12 of foliumzuur tekort waardoor geen nieuwe neutrofielen gemaakt kunnen worden of leukemie (bloedkanker). Aangeboren stoornissen van het beenmerg zijn allemaal erfelijke aandoeningen. Bekende voorbeelden hiervan zijn het Kostmann syndroom, cyclische neutropenie (een vorm van neutropenie waarbij de neutrofielen met een cyclus van rond 21 dagen tijdelijk verlaagd en dan weer normaal zijn), het Shwachmann Diamond Syndroom en Glycogeenstapelingsziekte type IB. Dit zijn meestal ziektebeelden waarbij nog wat anders aan de hand is: kinderen met Shwachmann Diamond Syndroom bijvoorbeeld hebben een slechte groei, een slecht functionerende alvleesklier en botafwijkingen. Van de meeste van deze ziektebeelden is inmiddels een defect in het erfelijk materiaal bekend.

 

Bij immuun neutropenie heb je antistoffen ofwel afweerstoffen in het bloed die zich tegen de eigen neutrofielen richten. Hierdoor ruimt het lichaam als het ware zijn eigen neutrofielen op en krijg je een tekort aan neutrofielen, dus een neutropenie.

Er zijn twee vormen te onderscheiden: alloimmuun neutropenie en autoimmuun neutropenie. Bij alloimmuun neutropenie ontwikkelt de moeder tijdens de zwangerschap antistoffen tegen de neutrofielen van haar kindje. Deze antistoffen gaan door de moederkoek, en komen zo bij het kind terecht: het kind ontwikkelt een neutropenie. Bij de geboorte heeft de baby dan vaak een ernstige neutropenie met een verhoogd risico op infecties. Enkele weken na de geboorte zijn de antistoffen van moeder verdwenen en krijgt het kind weer een normaal neutrofielen getal.

Bij autoimmuun neutropenie is het wat ingewikkelder. Het kind ontwikkelt dan zelf antistoffen tegen de eigen neutrofielen. Dit kan gepaard gaan met andere ziektebeelden zoals autoimmuun hemolytische anemie, CVID (zie onder ziektebeelden) of lupus, maar kan ook voorkomen terwijl geen sprake is van een van deze aandoeningen.

Bij de variant die op jonge leeftijd (meestal tussen 5 en 15 maanden) wordt ontdekt: autoimmune neutropenia of infancy, treedt vaak een spontane verbetering op van het neutrofielen getal na enkele jaren. Dit is echter niet bij alle varianten het geval.

 

Hoe vaak komt neutropenie voor en bij wie?

Dit is moeilijk te zeggen omdat er zo veel oorzaken, dus ook veel varianten zijn. De bovengenoemde alloimmuun neutropenie komt bijvoorbeeld voor bij 2 op de 1.000 pasgeborenen. Shwachmann Diamond Syndroom bij 1 op de 75.000 kinderen.

 

Wat zijn de klachten van neutropenie?

Door de neutropenie zijn kinderen vatbaarder voor allerlei infecties. Symptomen of ziektebeelden die dan kunnen optreden zijn: koorts, aften in de mond en ontstoken tandvlees, huidinfecties, voorhoofdsholte- of oorontstekingen. Soms kunnen  ook ernstigere infectie optreden: bloedvergiftiging, longontsteking of hersenvliesontsteking.

 

Hoe wordt de diagnose neutropenie gesteld?
In het bloedonderzoek wordt een laag neutrofielen getal vastgesteld. Verder onderzoek zal dan afhangen van de leeftijd van het kind en eventuele andere klachten. Vaak wordt nog aanvullend bloedonderzoek gedaan om te kijken naar bijvoorbeeld doorgemaakte infecties, vitamine  B12 en de aanwezigheid van bovengenoemde antistoffen. Soms is een beenmergpunctie nodig om te kijken of de oorzaak in het beenmerg kan liggen.

Als gedacht wordt aan cyclische neutropenie moeten 2x per week gedurende 6 weken de neutrofielen bepaald worden in het bloed. Dit kan bij kleine kinderen vaak wel met een vingerprik. Het wordt dan zo vaak geprikt om te onderzoeken of er inderdaad sprake is van een cyclus.

 

Hoe worden kinderen met neutropenie behandeld?

Vaak krijgen kinderen met neutropenie profylactisch antibiotica. Dat betekent dat continu, dus dagelijks, een lage dosis antibioticum wordt gegeven om ernstige infecties te voorkomen.

Soms, met name bij kinderen met ernstige neutropenie, kan een  behandeling met Granulocyte Colony Stimulating Factor: G-CSF, gestart worden. Dit is een medicijn wat de aanmaak van neutrofielen in het beenmerg stimuleert en wordt toegediend met onderhuidse prikjes.

 

Wat betekent het hebben van neutropenie voor de toekomst?

Dat is afhankelijk van de oorzaak van de neutropenie. Zo kun je genezen van neutropenie indien deze veroorzaakt werd door medicatie, infecties of vitamine gebrek en bij alloimmuun neutropenie. Sommige kinderen groeien er ook overheen: de neutropenie wordt minder ernstig en kan soms zelfs helemaal verdwijnen: dit is bij de meeste vormen van autoimmuun neutropenie en bij vormen van cyclische neutropenie het geval. Bij de meeste aangeboren vormen van neutropenie zal de neutropenie wel blijven bestaan.

 

Hebben andere familieleden een vergrote kans om neutropenie te krijgen?

Bij de aangeboren vormen van neutropenie hebben familieleden een vergrote kans om neutropenie te krijgen.

Sommige vormen van neutropenie zijn autosomaal recessief. Dat wil zeggen dat ze op de kinderen worden overgebracht als ze van beide ouders een afwijkend gen erven. De kans op een neutropenie is dan 25% voor ieder kind dat geboren wordt.

Ook zijn er autosomaal dominante vormen bekend. Hierbij is alleen het afwijkende gen van één van de ouders nodig om de aandoening over te dragen. Bij elke zwangerschap is de kans in dit geval 50% dat de aandoening overgedragen wordt.

Vaak wordt een klinisch geneticus ingeschakeld om de familie voor te lichten en eventueel andere familieleden te onderzoeken en advies te geven.

passen.

 

Terug